De zonde in het deftige dorp

03-06-2025

In het overgangsgebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijngebied stroomt niet alleen zuiver kwelwater, maar ook een rijke geschiedenis vol natuur, cultuur en maatschappelijke veranderingen. Waarom bouwen we waar natuur floreert en geschiedenis voelbaar is?

Ondergronds verbonden
Het Kromme Rijngebied ligt aan de zuidkant van de Utrechtse Heuvelrug. Regenwater dat op de hogere delen van de Heuvelrug de grond ingaat, komt door zand- en grindpakketten gefilterd weer als schoon en zuiver kwelwater uit de grond. In het Kromme Rijngebied en in ook de zones op de lagere flanken van de Heuvelrug. Het voedselarme en zuivere kwelwater zorgt voor extra biodiversiteit. Kromme Rijngebied en Utrechtse Heuvelrug zijn ook op deze bijzondere manier met elkaar verbonden. En bovengronds betekenen de wisselende bodemsoorten en de beschikbaarheid van water voor vele planten en dieren een basis voor leven.

In de prehistorie leefden de mensen al droog op de hogere delen. De lagere delen, beïnvloed door de Rijn, waren geschikt voor visserij, jacht en als hooilanden. Kortom, rijkdom voor mens en natuur.

Landgoederen en buitenplaatsen
Met de toenemende rijkdom in de Nederlanden, bleek de overgangszone een fijne vestigingsplek voor ouden en nieuwe rijken. Het begon met een Nassau op het Zeister Slot. Daarna volgen de vele rijke Utrechtse en Amsterdamse notabelen die in de zomer het ongezonde stadsklimaat wilden ontvluchten. Gevolgd door handelaren, industriëlen, voormalige kolonisten en anderen, die hun geld staken in weer nieuwe landgoederen en buitenplaatsen. Er ontstond in de overgangszone van Utrecht tot Rhenen een keten van landgoederen en buitenplaatsen, de Stichtse Lustwarande. Mede bepalend voor het groene karakter en de groene uitstraling van Zeist.

Als liefhebber van de Stichtse Lustwarande ben ik onlangs begonnen in het boek van Johan de Meester, De zonde in het deftige dorp. Het boek speelt aan het begin van de 20e eeuw. Het beschrijft de strenge fatsoensnormen en leefregels van de bewoners van de buitenplaatsen. De niet-welvarende en niet-adellijke Zeistenaren zuchtten onder het juk van de normen van de rijken en van degenen die rijk waren geweest. Een sfeer van ‘slaafsheid’ die ik nog wel enigszins herken uit het Zeist van de jaren zestig van mijn jeugd. Zeist bebouwde landgoederen echter snel met woonwijken. Vooral voor forensen, de arbeiders uit de zilverindustrie kwamen vooral op de heide terecht. Met als hoogtepunt de bouw van de grootste flat van Europa in de wijk Vollenhove zoals de entreeborden bij Zeist met trots vermeldden. Veel Zeistenaren weigerden echter in deze hoogbouw te gaan wonen. Voor het centrum van Zeist bestonden vergelijkbare hoogbouwplannen, na sloop van de bestaande woningen. Uiteindelijk getorpedeerd door inwoners die een belangrijk deel van het centrum en daarmee van de sfeer in Zeist wisten te redden.

Geschrokken van de grootschalige hoogbouw gold hierna in Zeist een andere bouwnorm. ‘Arbeiderswethouders’ Cor van Mastrigt en J.H. Scheps bouwden in Zeist-West nieuwe woonwijken met veel groen. Desondanks ging veel natuurwaarde verloren. Een buurman van mij in Nijenheim vertelde dat hij in zijn jeugd in het toen nog landelijk gebied zijn handen maar in de sloten hoefde te steken of ze zaten vol met Groene Kikkers en de nu op de Rode Lijst staande Kamsalamanders. Jaloersmakende natuurkwaliteiten van het Zeister landschap in overgangszone tussen Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijn waar het voedselarme kwelwater uit de Utrechtse Heuvelrug komt. Belangrijk omdat veel natuursoorten een voedselarm milieu vragen.

Afbeelding boven: de Kamsalamander zijn natuurlijke habitat.

Botsende belangen
Opnieuw is er sprake van grootschalige bouw in de kwelwaterzone. Bij het station Driebergen-Zeist dreigen én de natuur én de cultuurhistorie in de knel te komen door de grootschalige hoogbouwplannen. Net zoals bij Vollenhove wordt hiervoor de naam van een landgoed gebruikt, namelijk Rijnwijk. Een soort onbeperkte bouwlust zit de gemeente Zeist kennelijk op één of andere manier diep in de genen. Een nieuwe zonde in Zeist? In een plaats die vooral geen dorp mag blijven.

Tekst: Ernest Schuler
Beeld: Johan de Meester

Over deze column
Tussen Utrecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Odijk en Driebergen ligt een versnipperd en onbekend buitengebied. De Adviesgroep Kromme Rijncorridor zet zich in voor een integrale aanpak van biodiversiteit, klimaat, landbouw en recreatie in dit bijzondere gebied. Regelmatig delen de leden van de Adviesgroep hun ideeën voor de Kromme Rijncorridor in een column zoals deze. Wil je meer weten over de Adviesgroep Kromme Rijncorridor? Neem dan een kijkje op deze pagina.

Afbeeldingen

Contact

Wij zijn dé beweging van duurzame denkers én doeners uit de gemeente Zeist.

Vragen of ideeën? Stuur ons een berichtje! Mail naar info@samenduurzaamzeist.nl 

Volg ons online 

         

 

 

Cookie-instellingen